de Vlaamse woorden met een N

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
naakt
kaal
naamdag
verjaardag
nadien
daarna
naken
naderen
nanoen
namiddag, ’s middags
nap
houten kom
negotie-vent
handelaar die aan de deur komt
nevens
naast
niemendal
niets, niks
nievers
nergens
nijgen
een buiging maken; verleden tijd: negen
nijging
buiging
nijpen
knijpen; verleden tijd: neep
nijpend
dringend
noen
middag
noendisch
middageten
noendutten
een middagslaapje doen na het eten
noenmaal
middageten
noenstonde
middaguur
noentij
middaguur
noentuk
middagslaapje
nonkel
oom
noodwendig
noodzakelijk
nopen
noodzaken, dwingen, verplichten